Klassieke talen en Moderne talen & wetenschappen

Klassieke Talen

Leerlingen worden ondergedompeld in de wereld van de Romeinse en Griekse taal en cultuur. Zij zullen Latijnse teksten leren situeren, begrijpen en interpreteren. Taalverwerving is zeker en vast een belangrijk aspect, maar niet exclusief: taalbeschouwing wordt steeds ingebed in verschillende aspecten van de cultuur, de kunst en de waarden van de Romeinen. Leerlingen maken ook kennis met de geschiedenis en maatschappij van de Grieken en de Romeinen. Zo leren ze de invloed van deze beschavingen op onze hedendaagse culturen in te schatten en naar waarde te schatten. Door analyse en synthese van problemen op taalkundig en cultureel vlak stimuleert dit vak probleemoplossend en creatief denken.

In het eerste jaar komen vooral de Romeinse taal en cultuur aan bod. Deze worden in het tweede jaar uitgediept, indien de leerlingen kiezen voor de optie Klassieke Talen. Dan komen ook de Griekse taal en cultuur uitgebreid aan bod.

Latijn en Grieks staan open voor iedereen. De enige vereisten zijn een brede interesse in taal en cultuur, nieuwsgierigheid, doorzettingsvermogen en een wil tot leren.

Moderne Talen en Wetenschappen

In het eerste jaar krijg je één extra uur Frans en één extra uur natuurwetenschappen in het lessenrooster. Tijdens dat uur Frans worden communicatieve vaardigheden aangescherpt en worden diverse aspecten van de Franse taal aangehaald.

Het extra uur natuurwetenschappen is uitdieping van de basisleerstof natuurwetenschappen uit 1A.

Kiezen leerlingen in het tweede jaar voor deze optie, krijgen zij één extra uur Frans en één extra uur Engels. De communicatieve vaardigheden worden geoefend. De leerlingen ontdekken deze talen verder en onderzoeken de culturele aspecten ervan.

Leerlingen krijgen drie extra uren natuurwetenschappen. Er zal meer ruimte zijn om met wetenschappelijk onderzoek kennis te maken en om zelf proeven uit te voeren. Leerlingen zullen natuurwetenschappelijke verschijnselen onderzoeken. Ze leren verschillende aspecten van natuurwetenschappen kennen die niet in de basisvorming aan bod komen.